zaterdag 9 september 2017

Zadelpijn en tegenwind



Ik vind fietsen niet heel erg leuk. Ik wandel liever.
Deze week hielp ik in de Spil met bardienst. Er was een wandelvereniging uit Essen die een tocht had uitgezet waarbij de Spil fungeerde als stempelpost. Die vereniging heeft 450 leden, waaronder veel Nederlanders overigens. Die dag hebben zo'n 300 personen afgestempeld en wat gedronken (meestal koffie, maar sommigen ook triple Westmalle!). Ik sprak een man die meedeed aan de tocht van 18 km. Toen ik suggereerde dat 18 km best een leuke afstand is, vertelde hij dat 18 km voor hem een ommetje is. Hij had de dag er voor 40 km gelopen. In België bestaat de zogenaamde Dodentocht van 100 km .Vrijdagavond om 21.00 uur vertrekken en je moet zaterdagavond 21.00 uur binnen zijn. Die liep hij ook. Een andere deelnemer had die dodentocht al 14 keer gelopen. Ik heb maar niet gezegd dat ik 12 km ook al best een leuke wandeling vind. Maar goed, ik wandel graag op mijn manier.

Fietsen vind ik dus minder leuk. Dat heeft een paar redenen:

  • Ik heb altijd zadelpijn en dat begint al na een paar kilometer. Ik heb een speciaal zadel laten aanmeten en een speciale fietsonderbroek gekocht. Het helpt allemaal wel, maar stelt de zadelpijn hoogstens een paar kilometer uit. Ik heb de sterke indruk dat de zadelpijn heftiger is naarmate ik zwaarder moet trappen, dus bijvoorbeeld met veel tegenwind. Aangezien je in Nederland altijd tegenwind hebt (als je geluk hebt is het twee keer zijwind, zowel heen als terug), doen mijn billen dus altijd pijn tijdens het fietsen.

  • Een tweede reden is dat fietsen altijd een beetje of veel zwoegen is. Er is altijd wind en zoals eerder gezegd, altijd tegenwind tenzij je bij tegenwind direct omkeert en dezelfde weg terug rijdt. Door dat zwoegen komt er niet veel terecht van het bekijken van de omgeving en het voeren van een goed gesprek met je fietsgenoot. Op die manier fietsen ziet er als volgt uit:
         fietsen met tegenwind

  • Een derde reden is dat door de twee eerder genoemde redenen de tochtjes altijd kort zijn en je dus nooit eens ergens anders komt.
Enkele weken geleden werd ik door mijn buurman Jan van een straat verder gevraagd om mee te gaan fietsen. Elektrisch fietsen wel te verstaan. Jan op zijn eigen elektrische ros en ik op de fiets van zijn vrouw Ria. Dat was wel een ervaring zeg. Het was net de omgekeerde wereld, voortdurend wind mee. Ik had het gevoel of je zelfs tegen de orkaan Irma zou kunnen fietsen. Dat is misschien een tikkeltje overdreven, maar toch.
We hebben een flinke tocht gemaakt, ik geloof zo’n 40 km. Je benen gaan wel rond, maar je hebt niet het idee dat je fietst. Van wind dus geen last en je kan goed de omgeving bekijken en praten. Zelfs de zadelpijn bleef veel langer weg. Het was er nog wel, maar nu goed te verdragen. Dat kan natuurlijk liggen aan het zadel van Ria of misschien dat Ria het zadel goed heeft ingereden, maar ik denk omdat je geen bilspieren hoeft te gebruiken.

Maar ja, ik heb geen elektrische fiets. Met Marleen heb ik al diverse discussies gehad over het aanschaffen van een elektrische fiets. Marleen zegt, ik ga geen elektrische fiets kopen! Wat jij doet moet je zelf weten, maar geen e-bike voor mij. Na een paar “slapeloze nachten” heb ik besloten er toch een aan te schaffen.
Maar waar ga ik dat ding parkeren? Onze twee gewone fietsen staan buiten onder een afdakje in de tuin en worden ondanks een afdekzeiltje toch altijd erg vies.
En als we niets veranderen, eindigen ze als schroot

 Ik wil die nieuwe fiets veilig en beschermd tegen weersinvloeden kunnen stallen. Daar zal helaas een bouwkundig project voor nodig zijn. Hoe dat precies zal gaan weet ik nog niet exact. Meestal heeft zo’n project een aantal noodzakelijke neven consequenties.

De details volgen binnenkort.




De naam

Er moest nog een naam worden bedacht voor het "bouwwerk".  We zouden het gewoon de schuur kunnen noemen. Maar we hebben al een sc...